Bart Stam | donderdag 11 maart 2004
Energie, Maritiem & Offshore, Vervoer & Logistiek, Arbeidsmarkt & Onderwijs
Nederlandse waterbouwers kunnen leren van de extreme zeespiegelschommelingen in de Kaspische zee, aldus prof.dr. Salle Kroonenberg van de TU Delft.
Delft – Een zeespiegelrijzing van drie meter in twintig jaar. Het is een horrorscenario waaraan zelfs de grootste pessimisten niet durven te denken. Toch heeft dit fenomeen zich tussen 1977 tot 1995 voorgedaan in de Kaspische Zee, zo blijkt uit jarenlang onderzoek van de TU Delft. De Kaspische Zee is volgens prof.dr. Salle Kroonenberg, hoogleraar geologie, een ideaal onderzoekslaboratorium. Ook Nederland kan veel leren van het grillige kustverloop, zo vertelde hij onlangs tijdens het symposium ‘De aarde op maat’. De Kaspische Zee is de grootste binnenzee ter wereld met een oppervlakte van 370.000 km2. Van noord (Kazakstan) naar zuid (Iran) meet zij
Volgens Salle Kroonenberg is het te gemakkelijk om uitsluitend het broeikaseffect de schuld te geven. Rondom de Kaspische Zee is sprake van naar elkaar schuivende platen. Maar ook verandering van atmosferische circulatietypen speelt een belangrijkste rol, aangezien hierdoor de neerslag verandert. De Kaspische Zee wordt gevoed door vier grote rivieren, waarvan de Wolga de belangrijkste is. Omdat de zee geen uitstroomopening heeft, houdt alleen verdamping het waterniveau constant.
Kroonenberg en zijn team werken sinds 1993 aan de raadsels. De wetenschappers deden onderzoek naar de geologie, inclusief oude strandwallen in Dagestan. Alle data over kustlijnverloop, temperaturen, wateraanvoer en neerslag werd in simulatiemodellen gestopt. Een belangrijk hulpmiddel is sinds tien jaar de Topex-Poseidon satelliet. Volgens Kroonenberg is het onderzoek ook belangrijk voor Nederland. ‘De modellen voor de Noordzee kunnen we mooi onderzoeken met de data van de Kaspische Zee. Bovendien lijken de strandwallen bij Dagestan sterk op onze kustlijn, en vertoont de Wolgadelta overeenkomsten met de Biesbosch.’