Nieuws
0

Nucleair optimisme is weg

Benno Boeters

Fukushima, 11 maart 2011, Tsjernobyl, 26 april 1986, Harrisburg, 28 maart 1979. Maart en april lijken wel de ongeluks­maanden voor nucleaire centrales.

De afgelopen week kwamen de inmiddels vijf jaar oude beelden van de Japanse tsunami weer op televisie. Zeer dramatisch als je ziet hoe zo’n 14 m hoge muur van water een hele kuststrook wegvaagt. Nog grotere ellende kwam daarna, toen bleek dat de reactoren in Fukushima weliswaar bestand waren tegen de Tohoku-aardbeving, maar niet tegen die enorme golf die de koelinstallaties uitschakelde, waarna een waterstofexplosie volgde. Bovenop de schade en doden door de tsunami kwamen de slachtoffers van nucleaire straling en de meer dan honderdduizend mensen die naar elders moesten vertrekken.

De vergelijking met Tsjernobyl ligt voor de hand, maar er zijn grote verschillen: hier was het betonnen omhulsel veel zwakker en schoot een radioactieve wolk de lucht in die met zijn fallout maar liefst 40 % van Europa besmette en waarvan de straling nog steeds meetbaar is.

Er is echter wel een overeenkomst: deze kernrampen hebben het denken over kernenergie sterk beïnvloed. In Nederland bestond in de jaren vijftig, zestig en tot aan Harrisburg/Three Mile Island een positief kernenergiebeeld. Overheid, bedrijven en wetenschappers hadden grote verwachtingen. In Petten en Delft bouwde men onderzoeksreactoren, in Dodewaard (1969) en Borssele (1973) verrezen kerncentrales. En Urenco ging in 1970 uranium verrijken door middel van ultracentrifuge.

Maar toen gebeurde Tsjernobyl en twee jaar later besloot Nederland geen nieuwe kerncentrales meer te bouwen.

In Duitsland was Fukushima de directe aanleiding om kernenergie in de ban te doen. De Energiewende gaf de aanstoot naar veel meer elektriciteitsopwekking uit zon en wind. Maar er draaien nog heel wat kernreactoren, ook oude, zoals in het Belgische Doel en Tihange, waar nu ophef is over de reactorvaten en of die geschikt zijn voor levensduurverlenging.

In Nederland is de ooit bejubelde kernenergie nu een onderwerp waar politici en bestuurders met een boog omheen lopen. De Zeeuwse eigenaren van Borssele zitten met de handen in het haar over hoe de ontmanteling van de kerncentrale (na levensduurverlenging) in 2033 te bekostigen. Temeer omdat energiebedrijf Delta moet opsplitsen en zijn winstgevende netwerk af dient te stoten. Voorlopig geeft Den Haag niet thuis als de Zeeuwen aandringen op nationalisatie van de kerncentrale. De enige merkbare overheidsbemoeienis rond kernenergie is het laten uitdelen van jodiumpillen.

Je kunt zo je twijfels hebben – voordeel van kunnen terugblikken – over vroegere decennia van ‘nucleair optimisme’, maar toen werden zaken wel aangepakt en was men niet bang voor grote beslissingen. Die daadkracht is nu ver te zoeken. Minister Kamp worstelt met het dichtdraaien van de gaskraan. Een stevige stimulering van duurzame elektriciteitsopwekking zoals het Duitse model vindt men weer te riskant/duur. En zoals het gaat met lastige dossiers: de participatiemaatschappij moet het oplossen.

Benno Boeters is freelance medewerker van TW.

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×